Yakco Dedju
Fluittketelstraat (zonder mummer *)
(geen postnummer *) Dorp Zevenhonderdachtenvijftig
Zondernummerland
Bloebloegaga
*) Wij kennen hier op Bloebloegaga geen nummers. Getallen wel, we kunnen rekenen en tellen en raadselkes oplossen, maar dingen zoals huizen, maanden, dorpen, telefoons, dagen, mensen, bankrekeningen (die hier trouwens niet bestaan), kleding en noem maar op, hebben geen nummers.
Dorp Zevenhonderdachtenvijftig, 23 September 2009
Gegroet aardlingen,
neeneen, versta me niet verkeerd, aardwormen, noch aardbeien heb ik vernoemd, trouwens nu ik ondervonden heb hoe snel de intergallactische post wel is, heb ik besloten jullie eens onze beroemde bloebloegagabeien te laten proeven. De bovenstaande datum die hierboven staat is de datum die het bij jullie nu is. Maar vermits de facteur er lets meer dan tien jaar over doet om van bij jullie tot hier te fietsen (bij wijze van spreken) kan ik spijtig genoeg niet te weten komen wat er nu op aarde allemaal gebeurt. Jullie briefje heeft me pas deze morgen bereikt. De facteur vertelde er nog bij, na z’n intussen grijs geworden snor wat bijgesnoeid te hebben (wat denk je, hij had net als ik destijds, ook vergeten z’n scheergerief in te pakken), dat toen hij terug naar hier vertrok er bij jullie een grellige oorlog op uitbarsten stond, in Europa nog wel! En de Russen deden er nogal vies over. Vreemd, ik ben toch pas twee jaar later op aarde vertrokken, en er was me toch niets speciaals opgevallen? Maar ja, Bloebloegagaianen kennen het begrip oorlog niet, en een mens past zich zo snel aan. Neen, ik leefde de laatste jaren zo met het gedacht dat het er op aarde net zo vredelievend aan toe ging als hier. Ja, ik was wel niet vergeten dat ze daar altijd wel ergens aan’t badderen zijn, maar zoals gewoonlijk; de pijn en de miserie vergeet men `t snelste. hopelijk valt het voor jullie nog allemaal een beetje mee. Voor zover ’t nog helpt, zo tien jaar later, ik duim alvast voor jullie. Jullie waren altijd fijne mensen vond ik. Spijtig dat ik zelf niet meer terug kan, Anneloes en haar vriendinnen zouden me direct komen zoeken en dat zou wel es mijn beste dag niet kunnen zijn. En hoe geshockeerd zouden die wel niet zijn als ze ontdekten van welk een onderontwikkelde en gewelddadige planeet ik wel afkomstig ben. Alhoewel, ze zouden dan met hun eigen ogen kunnen zien dat die zogenaamde science-fiction verhalen die ik hier regelmatig schrijf om mezelf enige luxe te verschaffen, helemaal geen leugens zijn. Jaja, sinds ik met Loes getrouwd ben is mijn vreemdelingenuitkering die ik voor m’n huwelijk maandelijks ontving, weggevallen. En zo’n vetbetaalde job heeft m’n echtgenote nu ook weer niet, zodat ik om de eindjes aan mekaar te kunnen knopen wat bijverdien met verstelwerk en het publiceren van een serie verhalen. Hier in’t dorp is algemeen geweten dat ik een sterrenreiziger was die van een andere planeet gekomen is. Maar er is hier geen kat die gelooft dat wat ik in feite over mijn geboorteplaneet schrijf, ook op waarheid berust. Een planeet waar mensen op grote schaal elkaar afslachten, zoals het er bij jullie destijds aan toe ging, is hier gewoon onvoorstelbaar. Het is niet dat ze op Bloebloegaga geen agressie en geweld kennen, dat wordt hier eigenlijk alleen maar als ontspanning gebezigd. De grote attractie op de jaarlijkse kermis hier in ’t dorp bestaat eruit dat allen die er zin in hebben, net zoals bij jullie tijdens een kuskesdans, zich in een grote kring opstellen en dat ieder op haar (of zijn) beurt een partner uit de kring haalt en naar hartelust elkaars tronie inslaat. Een lol dat ze dan hebben! Affein, `k kan `t wel snappen dat jullie me niet geloven als ik jullie bericht over het leven op Bloebloegaga. Dat moet jullie even raar in de oren klinken als de verhalen die ik schrijf over de zogenaamde planeet Gloegloebaba (het pseudoniem dat ik hier gebruik voor de planeet Aarde) voor de Bloebloegagaianen. Maar net zo gek en ongeloofwaardig de dingen ook voor jullie lijken die ik jullie vertel over Bloebloegaga en de Bloebloegagaianen, even zo gek en ongeloofwaardig vinden de Bloebloegagaianen de verhalen die ik schrijf over Gloegloebaba. De planeet waar ze veel gloegloe doen, zuipen en begaaien dus. Jullie zullen wel weten wat ik met begaaien bedoel zeker, degenen die me destijds (ach ja, voor jullie is dat nu (shit) ver verleden tijd) gekend hebben, weten wel wat begaaien voor mij betekende. En -baba staat voor wat de gevolgen van dat begaaien zo allemaal kunnen zijn, zoals kotsen, koppijn en een gat in de financien. Soit, dat zijn zo onder andere van die verhaaltjes die ik hier vertel. Met de nodige korreltjes zout natuurlijk. "Helga, breng nog eens ne kamion zout!" Ai, nu heb ik mezelf verraaien. Shit. Helga is zogenaamd een vriendin van Loes, maar die laatste mag niet weten dat H nu hier is, aiai. Maar neen, serieux nu, ik kan het me niet veroorloven de dingen die ik over m’n leven hier schrijf al te zeer aan te spekken. Want ik ben pas over dik anderhalf jaar verder dan jullie huidige nu vertrokken, op nieuwjaarsdag 2001. Het kan zijn dat het bij jullie toen nog oudejaarsavond van ’t jaar 2000 was. En ik heb er nog geen ganse zes jaar over gedaan om naar hier te komen, bijna aan de andere kant van ’t heelal dus. Maar ik moet ergens op een verkeerd knopke geduwd hebben, want de fakteur die pas bij jullie geweest is heeft er meer dan tien jaar over gedaan om van bij jullie tot hier te reizen. En die is onderweg nog nergens gestopt! En stel nu dat jullie ooit een reisje naar Bloebloegaga maken, en op een verkeerd knoppeke duwen zoals ik dus waarschijnlijk ook gedaan zal hebben, dan zouden jullie hier aankomen nog anderhalf jaar voor ik hier aangekomen ben (in totaal heb ik zo’n anderhalf jaar op verschillende andere planeten doorgebracht in de hoop iets bewoonbaars te kunnen ontdekken). En dan zouden jullie je toch maar vies bescheten, belogen en bedrogen gevoeld hebben als ik jullie al te veel blaasjes zou wijsmaken over Bloebloegaga. En over Gloegloebaba kan ik hier ook niet al te veel zout strooien, want onze facteur zal geregeld m’n brieven op Aarde komen bezorgen. Jaja, ik weet welke vraag er op jullie lippen brandt: Hoe kan die facteur in 1998 of ’99 of zoiets op aarde arriveren als ie eigenlijk pas 10 jaar later vertrekt en er nog es 10 jaar over moet doen. Simpel. Hier aan deze kant van het heelal bestaat een voor jullie nog onbekende natuurwet: als je ergens ver weg moet zijn, reis dan de eerste helft achteruit, de tweede helft vooruit en je arriveert op hetzelfde moment dat je vertrekt. Had je er allang moeten zijn, reis dan helemaal achteruit, of grotendeels. En als je er later pas moet zijn, ga dan gewoon vooruit, desnoods te voet. Dit achteruit ergens naar toe gaan kan soms wel verwarrend werken, het is al voorgevallen dat hier vrienden van ons arriveerden om een weekendje te logeren, alleen, ze hadden de hele weg per ongeluk achteruit afgelegd en arriveerden hier een week voor we hen leerden kennen. Hier op Bloebloegaga zijn de mensen er aan gewoon om regelmatig vreemden in hun huis aan te treffen die dus gewoon een weekje of soms slechts een paar uurtjes te vroeg arriveren. Dat heeft ook grote voordelen: als je huis in brand staat, bel rustig de brandweer, en die komen aan nog voor het vuur uitbreekt. Wat wel nadelig aan dit achteruit reizen is: laatst gingen Loes en ik naar de begrafenis van een van haar nichten aan de andere kant van Bloebloegaga, toen we er arriveerden bleek haar nicht nog niet verongelukt te zijn (dat komt ervan, een beetje friemelen en spelen onderweg en dan vergeten vooruit te gaan). Dus heeft Loes met haar motorfiets haar officiele overlijden maar even geregeld. Zo gaat dat hier op Bloebloegaga, als je te vroeg op de begrafenis van een vriend verschijnt moet je er ook maar voor zorgen dat die begrafenis kan doorgaan. Affein, ofschoon ik hier al een drietal jaren woon blijft dat achteruit reizen voor mij nog steeds een weirde bedoening.
Mensen ginder, ‘k vraag me vaak of hoe ’t jullie daarboven afgaat: Vele nachtelijke uren breng ik door met naar de sterrenhemel te gapen in de hoop jullie zon ergens te ontwaren. Vergeef me dat ik niet al jullie namen onthouden heb maar ik groet jullie allemaal! Iedereen! Ook die belgische Indiaan die daar ergens aan de Noordpool veranderde in een "Belgian Viking", hoe heette dat land nu weer? Friskoland of zoiets? Zelfs diegenen die ik in die dolle jaren rond de eeuwwisseling heb leren kennen wil ik graag bij deze groeten. Jaja, ik heb nieuwjaar tweeduizend al meegemaakt, al was dat nog niets vergeleken met wat er een jaar later allemaal gaande was. Het leek wel of jullie hele wereld gek geworden was. Bloed, brood en spelen. Wat een zatte boel was dat! Nog erger dan oudjaar 1999. Goed dat ze hier geen nieuwjaar vieren. Alleen maar fluitketeilkermis.
‘k Weet dat ik nog belange na niet alles verteld heb over wat ik hier allemaal beleef, daarom zal ik zogauw ik een nieuwe facteur vind om naar de Aarde te reizen nog wel nieuwe dingen verzinnen. Als ik niet te verward ben door de Kacatuten, van die bloembollekes die elk voorjaar over onze hofpad kruipen. Volgende keer zal ik daar wel lets meer over vertellen. ‘k Moet nu gaan werken in ’t cafe, de vrouwen hebben zo dadelijk gedaan op de traveau, en dan witlen ze eerst een stuk in hun voeten zuipen voor ze thuis hun venten gaan aframmelen.
Salut, gebaait , shit, begaait u niet teveel, groetjes.
Groeten aan allen en alle alien,
Yakco Dedju
Bereikbaar via ’t Wit Huis
P.S. ‘k’Mis jullie soms (te vaak), een briefje van jullie is meer dan welkom.
