TIJDSSPRONG
Het overkwam een vriendin van mij, een paar maanden geleden, vlak voor de zomer van 1999. Ik zal haar in dit verhaal Vera of Veertje noemen. Op zichzelf is Veertje een alternatief, schilderachtig figuur, maar bij mijn weten gebruikt ze geen hallucinogene drugs. Af en toe een jointje, dat wel, maar dat verklaart nog niet hetgeen haar overkwam die sombere namiddag in mei.
’s Daags tevoren had ze een oude radio gevonden die ergens buitenstond om mee te geven met het groot huisvuil. Het was zo’n toestel van ergens in de jaren veertig of vijftig, groot genoeg om er een hondenhok van te maken als het moest. Afijn, als het ding niet meer speelde, kon het nog altijd dienen als voorraadkast of boekenrek. Die bewuste namiddag was ik bij haar op bezoek, en ze vroeg me om eens na te zien of die radio nog te gebruiken was. En ja, na er een nieuwe stekker aan te zetten begonnen de lampen langzaam te gloeien, destijds kon dat wel eens enkele minuten duren voor zo’n radio begon te spelen. En toen die speelde hoorden we, onderdrukt door veel ruis, een stem. Dat was wel gek, het was net een uitzending over de naoorlogse jaren, met heruitzendingen van speeches van politici uit die tijd en nostalgische muziek. Het was wel een rare ervaring, probeer je zo’n oud toestel en dan zenden ze net een programma uit uit de tijd dat die radio gefabriceerd werd. Dat leek Veertje wel een aanleiding om een fles wijn en een paar lekkere happedingen te gaan kopen in het winkeltje om de hoek, en de rest van de dag gewoon lekker lui te genieten van haar nieuwe aanwinst. Ik zou intussen een joint klaarmaken, we zouden het gezellig maken.
Op hetzelfde moment dat Vera haar voordeur opendeed om naar de winkel te gaan, kwam er een oud Renaultje door de straat geprutteld, door de kenners en liefhebbers ook wel Luisje of Wegluis genaamd, een populair autootje heel lang geleden. Ook wel toevallig, ouwe radio, oud programma, en dan dat oud autootje dat net toevallig passeerde, nostalgie te over die regenachtige dag. En, oh shit, nog geen minuut later gaf de radio de geest, piepen, kraken en een rookwolkje en toen niets meer. En de zekeringen doorgebrand. Ach wat, dan zouden we gewoon wat platen spelen die avond. Effe de rommel opruimen, zekering repareren, met een dun koperdraadje -wat eigenlijk niet mag, maar zoals men het vroeger altijd deed- Vera zou zo meteen met een fles lekkere wijn en iets te eten terugkeren.
Het duurde toch wel lang voor ze terugkwam, ik dacht dat ze misschien nog even in haar stamkroeg was binnengesprongen. Tja, dan heb ‘k maar alvast die joint opgestoken en een plaat opgezet. Maar toen m’n vriendin na anderhalf uur nog niet was teruggekeerd, besloot ik om zelf eens te gaan kijken aan dat winkeltje en in de “Maffe Professor”, de stamkroeg van haar. In de winkel hadden ze haar niet gezien, en in ’t café zat ze niet, men had haar die dag nog niet gezien. Zou ze misschien iemand tegen gekomen zijn en daarmee op de boemel zijn? Dat zou ik toch wel cru gevonden hebben, dan had ze toch wel even iets kunnen komen zeggen.
‘k Heb dan maar een briefje geschreven en op haar tafel gelegd, en ben dan naar huis gegaan, aan de andere kant van de stad, tegenover het station. En wie komt daar naar mij toegelopen? Jawel, Vera. Totaal in de war, huilend klampte ze zich aan me vast, en smeekte me om samen met haar naar haar huisje te zoeken.
Hoezo huis terugzoeken? Ze wist zelf toch wel best waar ze woonde? Maar volgens haar verwarde relaas wist ze zelfs niet meer zeker of ze wel in haar eigen stad was, alles leek zo anders zei ze. Er stonden andere gebouwen, en ze herkende geen enkele winkel. Zelfs mijn appartement kon ze niet meer terugvinden, men had haar nadat ze aan dat huis waar mijn appartement was had aangebeld, gezegd dat daar niemand woonde met mijn naam. Toen was ze het station binnengelopen, daar had men haar zo raar aangekeken dat ze gewoon terug naar buiten vluchtte en ze mij daar tegenkwam. En ja? Nu herkende ze alles weer, het stationsplein, het café waarboven ik woonde en nu viel het haar pas op dat er weer gewoon druk verkeer was.
Wat had ze eigenlijk meegemaakt? Ze snapte het eigenlijk zelf totaal niet meer. Toen ze -het leek haar een eeuwigheid geleden- haar voordeur uitstapte om naar de winkel te gaan leek alles anders zei ze. Op de hoek van haar straat aangekomen bleek dat winkeltje niet meer te bestaan, en ook de “Maffe Professor” was er niet meer. Waar gisteren nog die nieuw aangebouwde vleugel van het stadhuis stond, stonden terug die oude gebouwen van vóór vijf jaar geleden. En overal reden oude auto’s. Ook de mensen waren anders gekleed. Omdat ze echt niet meer wist wat haar overkwam, is ze toen bij haar moeder gaan aanbellen. Of toch aan het huis waarvan ze zeker wist dat haar moeder daar altijd gewoond had. Een klein meisje dat haar ergens wel bekend voorkwam deed de deur open, er waren nog andere kinderen in huis. En toen kreeg ze een schok te verduren, want ze herkende die kinderen van een oude foto uit haar moeders kinderjaren. Een vrouw, de moeder van al die kinderen in dat huis, haar grootmoeder dus!, kwam vragen wat er was. Hoe kon Veertje tegen haar zeggen dat ze de dochter was van dat kleine meisje dat de deur had opengedaan? In paniek wou ze wegrennen, maar die vrouw zag blijkbaar hoezeer ze in de war was en bood haar iets te drinken aan. Ze had aan Vera gevraagd of ze haar misschien kon helpen, en legde in een beschermend gebaar haar arm om haar schouders. Toen is Veertje even later weggerend, zonder nog te weten waar ze was. Zo kwam ze dan in de buurt van het station, waar ze dus mij ook niet vond. Tot voor even terug. En ik kan jullie verzekeren, Vera is echt niet het type om dingen te gaan verzinnen of te liegen.
Verleden week kwam ik haar nog tegen, ik ben namelijk een paar maanden op reis geweest, en ze vertelde me dat ze over dit vreemde voorval met haar moeder gesproken had. Die herinnerde zich dat er ooit een hele rare vrouw bij hun thuis had aangebeld, de laatste jaren werd ze daar vaak aan herinnerd omdat haar dochter, Vera dus, haar daar zo vaak aan deed denken. Maar vooral omdat die avond haar eigen moeder aan een hartaanval overleden was.

prachtverhaaltje